Stand van zaken UBO wetgeving
Het kabinet wil middels wetgeving terrorismefinanciering en fiscale fraude, zoals witwassen en belastingontduiking, tegengaan. Daartoe is een zgn. UBO-register in de maak, waarbij ‘uiteindelijk belanghebbenden’ (UBO’s) worden geregistreerd in het Handelsregister. Daarnaast dienen financiële dienstverleners (Wwft instellingen) bij cliënten de UBO (uiteindelijk belanghebbende) te identificeren in het kader van de Wwft.
Het UBO-register komt voort uit Europese wetgeving en wordt verplicht voor diverse soorten organisaties waaronder verenigingen en stichtingen. ANBI’s dreigen ook een UBO aan te moeten wijzen. Tot nu toe is in de desbetreffende wetgeving nog geen uitzondering voor ANBI’s gemaakt. SBF dringt er bij de overheid op aan om ANBI’s uit dit UBO-register te houden.
Op dit moment is de stand van zaken als volgt:
Wetsvoorstel Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden
Op 20 april 2018 is de Tweede Kamer geïnformeerd dat door Europese ontwikkelingen het wetsvoorstel voor de totstandkoming van het UBO-register moet worden aangepast. Het aangepaste voorstel wordt begin 2019 aan de Kamer voorgelegd.
Uitvoeringsbesluit Wwft 2018 en Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn
De Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn en het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018 zijn op 14 juli 2018 in werking getreden. SBF heeft zich er bij de totstandkoming van deze wetgeving voor ingespannen dat er in de wetgeving rekening zou worden gehouden met de specifieke situatie van ANBI’s. Daartoe zijn gesprekken gevoerd met het ministerie van Financiën, Tweede Kamerleden en senatoren. Ook heeft SBF geparticipeerd in consultaties en zijn er position papers verspreid. Alhoewel dit heeft geresulteerd in een verbeterde omschrijving van UBO’s bij stichtingen, verenigingen en kerkgenootschappen wordt er geen uitzondering voor ANBI’s gemaakt wat de Wwft 2018 betreft.
De UBO wetgeving wordt door links en rechts vanuit verschillende invalshoeken voorgestaan. Links zit met name op antiwitwas, rechts met name op anti-terrorisme. Daarnaast laten de Europese richtlijnen weinig ruimte voor uitzonderingen.
In de implementatiewet staat dat er een definitie van een UBO zal worden uitgewerkt in lagere wetgeving. Dit is gebeurd in het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018.
Voor stichtingen en verenigingen geldt dat natuurlijke personen moeten worden aangemeld als UBO als zij de uiteindelijke eigenaar zijn van of zeggenschap hebben via:
– het direct of indirect houden van meer dan 25 procent van het eigendomsbelang in de rechtspersoon;
– het direct of indirect kunnen uitoefenen van meer dan 25 procent van de stemmen bij besluitvorming ter zake van wijziging van de statuten van de rechtspersoon; of
– het kunnen uitoefenen van feitelijk zeggenschap over de rechtspersoon.
Als het middels deze criteria niet mogelijk is een UBO aan te wijzen, wordt als UBO opgenomen de natuurlijk persoon of personen die behoren tot het hoger leidinggevend personeel.
Wat betekent dit voor u?
Voor de verplichtingen inzake het cliëntenonderzoek wordt geen onderscheid gemaakt naar de rechtsvorm of het type cliënt: ook als een Wwft-instelling voornemens is een zakelijke relatie aan te gaan met een cliënt met een ANBI-status, dient het cliëntenonderzoek te worden verricht en de uiteindelijk belanghebbenden van de cliënt te worden geïdentificeerd. Op grond van dit Uitvoeringsbesluit kan het dus gaan voorkomen dat een financiële dienstverlener u verzoekt een UBO binnen uw organisatie te identificeren.